De nostalgie van het brommer rijden
Door Harold de
Puysseleijr 28-07-2005
Donderdag 28 juli 2005 - SINT-JANSTEEN –
„Vroeger was de
sport ze op te voeren en zo hard mogelijk te laten rijden.
Nu is het de kunst om
ze zo goed mogelijk te restaureren“, zegt Luc van Acker, een van de oprichters
van brommerclub de Grensrijders Zeeuws-Vlaanderen.
(Foto Wim Kooyman)
De
46-jarige inwoner van Sint-Jansteen stond twee jaar geleden samen met Ivo de
Bock uit Kieldrecht nog moederziel alleen op het Oldtimerfestival in Axel.
Dit
jaar kregen ze vijftig brommerfanaten om zich heen verzameld, en besloten ze
samen met Jan Fassert uit Heikant een brommerclub op te richten.
De stelling dat je hooguit brommer rijdt van je zestiende tot je achttiende
omdat je daarna auto kunt gaan rijden, wil er bij de leden van de Grensrijders
begrijpelijkerwijs niet in.
„Het is een beetje een hang naar nostalgie“, zegt Jos van Dorsselaer (42).
„Je ziet tegenwoordig geen degelijke brommers meer.
Zundapps en Kreidlers met
een chromen tank en verchroomde spaken.
Tegenwoordig hangen de brommers van
plastic aan elkaar.“
Van Dorsselaer heeft met Van Acker gemeen, dat ze al lang voor hun zestiende
jaar in de ban van de brommer waren.
„Mijn eerste brommer was een Yamaha FS1 en die stond al een jaar voor mijn
zestiende op me te wachten in de garage.“
Van Acker overtreft hem daar zelfs
nog in, want toen hij acht jaar was, reed hij al rond op een Mobylette Kaptein.
„En toen ik een jaar of dertien was, droomde ik van een Honda Dax.
Maar die
was in Nederland niet goedgekeurd omdat er geen trappers aan zaten.“
Mede-oprichter Ivo de Bock (52) uit Kieldrecht vertelt dat hij ‘als jonge gast
eind jaren zestig al kind aan huis was bij de bromfietsmaker in zijn dorp
Belgisch Koewacht’.
„Want daar stonden ze dan, de brommers van mijn dromen.
Ondertussen werd ik
ingewijd in het brommeronderhoud en ook een kleine testrit behoorde af ten toe
tot de mogelijkheden.
Mijn ouders vonden dat maar niks, want hun zoon kwam
terecht tussen de vetkuiven en de nozems, die met hun rokende en lawaai
producerende ondingen de buurt onveilig maakten.“
De leden van de Grensrijders hebben elk zo hun eigen merkenvoorkeur; de een
zweert bij de Duitse degelijkheid van Kreidler, de ander voor ranke Italianen
als Benelli, Malanca of Santa Maria.
Rita de Bakker is bij de Grensrijders in het bezit van het oudste karretje: een
Thoria uit 1952.
„Gevonden in
Wachtebeke.
Een en al oud roest, het ding was
niet te bekijken.
Mijn man Peter heeft er bijna een jaar werk aan gehad om hem
helemaal op te knappen.“
De Grensrijders doen regelmatig mee aan toertochten, voornamelijk in België.
„En we helpen elkaar bij het zoeken naar onderdelen en het uitwisselen van
tips voor de restauratie van de oude brommers“, zegt Van Acker.
De brommerclub houdt tijdens de Hulster vestingdagen zelf een oldtimershow.
De
brommers zijn daar op 27 augustus tussen 10.00 uur en 16.00 uur te bewonderen.
De volgende dag houden de Grensrijders een rondrit door de streek.
Aanmelden
daarvoor is nog mogelijk.
Ook mensen die zich aan willen sluiten bij de club
zijn welkom.
Het lidmaatschap is gratis.
De enige voorwaarde is dat kandidaat-leden ouder dan twintig jaar zijn en een
oude brommer hebben die veertig kilometer per uur rijdt.
|